Proloog (Prolouge) - Les Miserables Soundtrack

Prison Guards

Omlaag, omlaag

De blik gericht omlaag!

Omlaag, omlaag

Want anders krijg je slaag!



Javert

Breng mij gevangene 24601

Jouw tijd is om

Je proeftijd gaat nu in

Je kent het gebruik



Valjean

Ja eindelllijk vrij



Javert

Nee, je krijgt van mij

De gele vrijlaringsbrief

Je blijft een dief



Valjean

Ik stal een brood, niet meer



Javert

Nee, jij brak in



Valjean

Ik sloeg een venster in

Mijn zusters kind was de dood nabij

Stierf van de honger



Javert

Honger krijg je weer

Tenzij je leert te luisteren nat de wet



Valjean

Ik luisterde al jaren: negentien

Als slaaf van de wet



Javert

Vijf jaar, voor wat je deed

De rest omdat j'ontvluchten wou,

Ja 24601



Valjean

Mijn naam is Jean Valjean



Javert

IK ben Javert

Vergeet niet hoe it heet

Nee niet vergeten 24601



Koor(Choir)

Omlaag, omlaag,

Een slaaf volbrengt z'n straf

Omlaag, omlaag

Twee benen in het graf



Valjean

Vrij ben ik nu, De aarde is stil

Ik voel de wind, Ik adem weer

En opgeklaard

Licht oop de hemel

Ik drink uit de bron

Ik heb weer dorst

Na al die tijd verspild, vermorst

Hen vergeven is niet mijn taal,

Zij zijn schuldig - allemaal.

Een nieuw dag

wat die mij brengt?

Op zoek, wat mij

De wereld schenkt.



Two policemen

Zeg de Monseigneur de waarheid?

Mogelijk is hij zeer verrast,

Jij was, zeg je, gisteravond,

Bij de Monseigneur te gast?

En uit louter Naastenliefde Heeft hij jou toen toegestopt

Immers ketel, dat beweer je, Al dit zilver?



Bisschop (Bishop)

Ja, dat klopt

Maar je bent zo snel vetrokken

dat jou een ding is ontgaan

Dit had ik jou ook geschonken

Waarom liet je het mooiste staan?



Lat hem vrij, hij sprak de waarheid

dat is meer dan duidelijk nu.

Dank u voor uw plichstbetrachting

En Gods zegen rust op u.

Broeder wil een ding onthouen

Zie dit in een hogere lijn

En gubruik dit kostbaar zilver

Om een eerlijk mens te zijn

Bij het bloed der martelaten

Bij hun lijden, bij huns lot

God verost jou van het duister

Want Ik kocht jouw ziel voor God





Valjean

Wat deed ik, Heer? wat heeft mij hiertoe gebracht?

Ik werd een hond op de vlucht!

En zoek ik al zo diep, en lijkt het al zo laat,

Dat niets overblijft dan de schreeuw van mijn haat.

Niemand hoort mij.

Ik die hier sta bij het keren van het tij,

Als er een weg is in de mist

Dan heb ik die lang geleden gemist

Mijn leven was oorlog, twintig jaar lang.

Men verklaarde, getekend, mij dood.

Enkel voor het stelen van een stuk brood.



Toch liet ik toe dat deze man, mijn ziel weer raakt leert.

Hij gaaf mij als een broeder's hoeder, Vertrouwen terug.

De naam van broeder.

Jouw leven is naar God gekeerd Verkondigt hij.

Ik die de wereld haatte mij!

Oog om oog, tand om tand

Leer om leer, geen gevoel.

Dat was altijd mijn lijfspreuk

Dat was altijd mijn doel,

Een woord van Hem en ik daal weer

Op de aloude pijnbank neer.

In plaats daarvan schenkt hij mij vrijheid,

De schamte, die opeens weer in me snijdt.

Hi zei, dat ik een ziel bezit

Hoe hij dat wist?

Een licht dat naar verlossing leidt?

Is er een weg nog in de mist?

Ik wil grijpen, maar glij weg,

Om mij heen wordt alles zwart.

Als ik in de leegte staar

Van de zonde in mijn hart.



Ik onvlucht nu Jean Valjean

Jean valjean en zijn bestaan

Jean Valjean is nergens meer.

Een nieuwe bladzij vangt nu aan.





Aan het van de dag

(The poor people)

Aan het eind van de dag ben je weer een dag ouder,

En meer kun je niet zeggen var 't armebestaan,

Het is oorlog, het is stridj

En er is niets wat iemand kan geven.

'n Hele dag weer op de been, enkel waarvoor?

Een dag korter te leven.



Aan het einde van de dag ben je weer een dag kouder,

En je rilt in het jak, wat geen warmte meer bood.

En de burgets zien niet hoe Once kleintjes huiled zwerven.



Aan het eind van dag zal het ook weer gaan dagen.

En de zon staat al klaar voor haar dag' lijkse gang.

Zoals golven slaan op het strand.

Als een storm die zo op het steken.

Er is honger in het land

En een rekening nog te verre' knen.

Een verschrikkelijk hoog bedrag.

Aan het eind van de dag!



Ploegbaas (Work boss)

Aan het eind van de dag krijg je niks meer voor niks meer.

Want wie zit op sind reet, koopt daarvoor nog geen brood.



1st arbeider (1st worker)

En de kind' ren wachten thuis



1st en 2nd arbeider (1st and second workers)

En die worden heus niet vet.



2nd arbeider (2nd worker)

Je bent dankbaar in een baan.



Vrouw (Woman)

En in een bed.



Arbeiders (Workers)

Wat een zegen te leven!



1st meijse(1st girl)

Gemerkt, hoe de ploegbass van woede weer schuimt?

Me zijn stinkende adem en hand op de tast?



2nd meijse (2nd girl)

Omdat kleine Fantine zijn avances niet pruimt.



3rd meijse (3rd girl)

En wie krijkt naar zijn broek, ziet het staat nu al vast!



4th meijse (4th girl)

De Patron heeft geen idee,

Dat de ploegbaas zo geil is als vet.



5th meijse (5th girl)

Als Fantine zich niet beheerst,

wordt ze een, twee,

op de keien gezet!



Arbeiders (workers)

Aan het eind van de dag is een dag weer gestorven,

Me genoeg in je beurs tot het eind van de week.

Dat wil zegen, doe je best,

Eerst de huur en rekeningen,

En probeer dan met de rest

Zolang mogelijk uit to zingen.

De workenaar slaat zign slag,

Aan het eind van de dag.



mejse (girl)

Wat is dit voor briefje, onnozele zuster?

Ik lees wel voor, warom nog gedraald?

O Fantine nog meer gelt moet je sturen,

Cosette is doodziek en een arts moet betaald



Fantine

Geef die brief weer terug

Heb je niks mee to maken

Met een man en wat geld

Ken jij immers geen zorg.

Is er iemand soms hier

Die nu sweert voor de Heer,

Dat ze nooit zat vol angst?

Dat ze nooit iets veborg?



Valjean

Mijn God, wat is dit voor gevecht?

Scheur deze kenaus uit elkaar!

Het is een fabriek en niet een circus!

Ik wil mijn naam hier niet beklad.

Ik ben hoofd van een geacht bedrijf

En Burgermeester van de stad,

Zoek uit, hoor goed wat ieder zegt

En toon geduld met hand en mond



Ploegbaas (work boss)

Nou wie wil zeggen hoe 't onstond!



meijse(girl)

Aan het eind van de dag Is zij 't eerst begonnen!

In een stadje vlakbij,

Daar verbergt ze een kind.

Dat moet elke maand betaald.

Je begrijpt hoe ze komt aan de extra's.

Ze verdient er bij als een slet in ieders bed,

Zal de Baas biet bevallen!



Fantine

Er is een kind, ja dat klopt,

En dat kind is mijn dochter.

En haar pa was zo een

Die ons blut achter liet.

En mijn dochter woont in

bij een waard en zijn vrouw

Ik betaal voor het kind

Nou en may dat soms niet?



Arbeiders

Aan het eind van de dag

Brengt ze enkel ellende.

En ellende voor een Is ellend voor ons.

Wij verdienen het daag'lijks brood

Zij is slet in the avonduren.

Wie belanden in de goot

Als je haar niet de laan uit gaat sturen

Gebruik nu jouw gezag

Aan het eind van de dag.



Ploegbaas

Wist ik soms, dat de slet kon slaan?

Wist ik some, dat het katje krabt?

En van het bestaan van haar geheimen?

Ach ja, de deugdzame Fantine

Zo puur en kuis on aan te zien.

Jij bent de oorzaak, staat nu vast

Van de ellende en de last.

Ja, overdag vol heiligheid

En 's nachts alleen maar gelijheid!



meijse

Ach, ze lacht je toch uit

Met haar mannen in bed



Vrouwen

En ze moet nu meteen op de keien gezet.



Meijse

Aan het eind van de dag...



Alle Arbeiders (All the workers)

Aan het eind van de dag



Ploegbaas

Geef ik jou ontslag!!!!