Buurman God - Freek de Jonge



Zo hadden wij een overbuurman

Die op een dag riep: "Ik ben God"

Nu was mijn vader predikant

Die niet hield van zulk gespot

Op mijn vraag of het zou kunnen

Zei hij nurks achter zijn krant

"God woont in de hemel, beste jongen

En niet aan de overkant"



Maar om mij dat te doen geloven

Had zijn opvoeding gefaald

Door ruimtevrees en evolutie

Waren hel en hemel achterhaald

Maar in die tijd waren de vaders

Hun zonen nog mentaal de baas

Je durfde nauwelijks te vragen

Hoe zat het dan met Sinterklaas



Met het overbuurkind spelen

Bleef ik doen, vond ik gewoon

Ik dacht nooit, als ik won met knikkeren

Ik ben beter dan Gods zoon

Hij deed nu en dan een wonder

Veranderde een drol in fruit

En als de bal te water raakte

Haalde hij die er lopend uit



Toen ik dat aan mijn pa vertelde

Bleef hij onveranderlijk stug

En zei kalm, naast de kachel

"Kom na de winter maar eens terug"

En verder zei hij, handen wrijvend

"Wat betreft die hondedrol

Als jij dat fruit lekker vindt smaken

Eet je buikje dan maar vol"



Het overbuurkind vroeg op zondag

"Kom je spelen bij mij thuis

Gaan we eerst wat ganzenborden

En dan wat hangen aan het kruis"

Maar, bij de hemelpoort gekomen

Scheet ik zeven kleuren stront

"Vreest niet", zei mijn vriendje Jezus

"Dat is Paulus, onze hond"



God stond in de tuin te scheppen

Ik begon over de zondagsrust

God hief zijn spade en zei minzaam

"Ah, weer een Judas die mij kust

Jezus, wat een bijdehandje

Vast het zoontje van de dominee"

Toen begon mijn hoofd te schudden

En ik schreeuwde driemaal 'nee'



Petrusje zei: "God verrader

Al een echt mens en nog zo klein"

Toen ging de bel en God verzuc



Le Meilleur de toute la Musique en Paroles, Chansons et Lyrics sur www.Paroles-Lyrics.fr